dinsdag 22 augustus - 1000 islands

22 augustus 2017

De tafel is buiten weer gedekt voor het ontbijt. Er staat een glas verse jus in een mooi champagneglas. De koffie is lekker sterk. Bas krijgt na enig aandringen een decafe, want de gastheer vindt het eigenlijk te verachterlijk om te serveren. Ons ontbijt laat nog even op zich wachten. We krijgen wentelteefjes met maple sirup en verse stukken ananas en banaan. Onze borden zien er prachtig uit en het smaakt heerlijk, wel een voor ons doen enorme overdosis aan suiker. Na het ontbijt gaan we via de 1000 islands parkway, een mooie route langs het water, naar Jones Creek, een onderdeel van het nationale park waar we een paar kleine wandelingen aan elkaar rijgen tot een mooi rondje. Uit voorzorg doe ik de pijpen aan mijn broek, zet m'n petje op en spuiten we ons alledrie flink in met muggenspul. Het bos is nat en een deel van het park ontoegankelijk vanwege overstromingen. Onderweg zien we prachtige paddestoelen, spierwitte, gele, rode en ook een beetje gespikkelde gele en rode exemplaren. Ook een vlinder, die zijn hier sowieso vaak al twee keer zo groot als bij ons maar deze is echt hoge. Ondanks het muggenspul lopen we zwaaiend en meppend door het bos en na een half uur hebben we alledrie het idee dat het terugzien van de auto het mooiste van de hele wandeling gaat zijn. We komen langs een stuk moeras en een stuk verder bij een groter moeras waar een boardwalk overheen loopt. We gaan er toch maar even een kijkje nemen. Het waait een beetje doordat het open is en hier hebben we geen last meer van de muggen. Heerlijk, het is prachtig hier en we kunnen er ongestoord van genieten. Later, bij het visitor centre, kunnen we onze handen wassen. Die zijn plakkerig van het muggenspul, de platgeslagen resten van de stekende monsters en ons bloed wat al opgezogen was. Het gaat steeds harder waaien en we zien de rivier steeds woester worden. Jinse kan hier lekker even voetballen op het gras. We stappen net op tijd weer in de auto, het gaat regenen. Een enorme stortbui, de golven van de rivier worden helemaal platgeslagen. Als we bij Rockport aankomen drupt het nog een beetje. We gaan lunchen in een pub aan het water. Als de zon weer gaat schijnen, zijn we klaar. We gaan naar de uitzichttoren op het grote eiland midden in de rivier. We moeten over een hele lange hoge brug en we hebben prachtig uitzicht aan beide kanten. Jinse en ik gaan de toren in waar we helemaal rondom uitzicht hebben. De rivier met al de eilanden is enorm en indrukwekkend om te zien. De grens met de USA ligt tussen dit en het volgende eiland en we hebben nu toch al een visum dus we kunnen net zo goed even doorrijden. Er blijken twee grote golf resorts te zijn die met elkaar het hele USA gedeelte van het eiland in beslag nemen. Het uitzicht op de rivier en het vaste land aan deze kant is er niet minder om. De huizen zijn hier veel groter en luxer, maar de basis, hout, is wel hetzelfde. In tegenstelling tot in Canada zijn hier aan de voorkant van de huizen steeds veranda's met zitjes. Langs de weg zien we wilde kalkoenen. Terug in Canada rijden we nog een stuk van de parkway. We zien verschillende kleine puistjes in de rivier met een huis erop. Dat moeten vast en zeker grotere eilanden zijn die nu door de hoge waterstand onder water staan. De huizen lijken op het water te drijven. We gaan eten in ivy lea club. Volgens Stéphane het beste restaurant in de omgeving maar altijd vol. Natuurlijk hebben we geluk en is er precies nog een tafel voor ons beschikbaar. We hebben mooi uitzicht op de rivier en eten verrukkelijk. Eindelijk normale porties en heerlijk klaargemaakt. Jinse smult van een salade met calamares. Wij eten een soep van zoete aardappel en een salade met wilde gebakken zalm en een risotto met sperziebonen, kip en gekonfijte ui. Toe nemen we alledrie hetzelfde: flourless chocolate cake met frambozen en witte chocola. Jammie. Buiten is het inmiddels pikdonker. Terug in ons onderkomen drinken we nog een glaasje pinot noir, het restje van de fles van gisteren. 

Foto’s